Luchtopnamen zijn niet alleen leuk; zij spelen ook een belangrijke rol in de primaire processen van Staatsbosbeheer. Luberto Kruidhof en Gerard Eppink zijn enorm enthousiast over de hoge kwaliteit en toepasbaarheid van de luchtfoto’s die door Beeldmateriaal worden gemaakt. En over het samenwerkingsproject Beeldmateriaal Nederland, dat hen echt ontzorgt.

Zoek de verschillen

Heb jij ook wel eens op Google Earth je eigen woning opgezocht? De ene keer tref je een recent beeld en soms een luchtopname de vijver in je achtertuin nog ontbreekt of waarop je allereerste auto nog voor de deur staat. Grappig, nietwaar?

Voor het samenwerkingsproject Beeldmateriaal Nederland verzorgt het Waterschapshuis onder meer luchtfoto’s voor toepassing door tientallen overheidsorganisaties. Eén van hen is Staatsbosbeheer, voor wie de luchtopnamen naast leuk vooral enorm handig zijn. Gerard Eppink, applicatiebeheerder bij Staatsbosbeheer, vertelt: “De luchtfoto’s die wij gebruiken zijn foto’s van het landschap dat we beheren, dus een weergave van de werkelijke situatie. Elk jaar worden nieuwe luchtopnamen gemaakt. De foto’s van al die jaargangen zijn toegankelijk via PDOK, een centrale kaartvoorziening van het Kadaster. Dankzij het archief dat hiermee wordt opgebouwd kunnen we ontwikkelingen in het landschap zien, maar zijn ook de effecten zichtbaar van de maatregelen die we nemen”.

Hoge kwaliteit beeldmateriaal

Tweemaal per jaar wordt Nederland door Beeldmateriaal met luchtfotografie nauwkeurig in kaart gebracht. In de periode januari-april worden tijdens de voorjaarsvlucht hoge resolutiebeelden gemaakt. Omdat er dan nog geen blad aan de bomen hangt, kun je daarop goed zien wat er op maaiveld gebeurt. Deze kleurenluchtfoto’s hebben een grondpixelresolutie van maar liefst 10 cm! In de periode mei-juli vindt de zomervlucht plaats. Die foto’s geven een goed beeld van hoe de vegetatie erbij staat. Deze foto’s hebben een lagere resolutie, maar nog altijd een grondpixelresolutie van 25 cm. “Toen we in 2000 begonnen met digitale fotografie was dat nog een meter”, lacht Gerard, “maar tegenwoordig kun je zelfs zien waar een auto staat of een mens loopt. Alleen het automerk of iemands gezicht kunnen we, gelukkig, niet herkennen.”

Diverse toepassingsmogelijkheden

De toepassingsmogelijkheden van de luchtfoto’s zijn groot. “Ze spelen een belangrijke rol in ons natuurbeheer”, vertelt Luberto Kruidhof, teamleider van het GIS-team van Staatsbosbeheer. “Voor een goede voorbereiding op de uitvoering van beheermaatregelen is belangrijk om precies te weten hoe de situatie op een locatie is, zoals de samenstelling van de vegetatie. Een topografische kaart geeft echt minder informatie over wat de beheerders buiten echt kunnen verwachten. Bovendien stellen de foto’s ons in staat om heldere verantwoording af te leggen. Als je subsidie hebt gekregen om heide te plaggen, dan is het prettig als je later met luchtfoto’s kunt laten zien dat de paarse heide nu groeit en bloeit. Zo ziet de financier precies waaraan het geld besteed is.”

De luchtfoto’s worden ook gebruikt bij de controle van kadastrale grenzen. Staatsbosbeheer heeft in Nederland veel gebieden in eigendom en dat levert veel ‘buren’ op; er zijn bijna 200.000 grensvlakken met andere percelen. Gerard: “Wij hebben de verplichting die grenzen te bewaken. Als we vaststellen dat een perceeleigenaar bijvoorbeeld steeds een stukje extra grond meeploegt of een bewoner een schuurtje iets te ver over de bosrand zet, dan gaat daar een boswachter of handhaver naartoe. Voor hen zijn de luchtfoto’s belangrijk omdat we eenvoudig kunnen aantonen wat er veranderd is. Zo voorkomen we veel discussie.”

Om de zes jaar wordt door Staatsbosbeheer de bos- en vegetatiestructuur van haar terreinen in kaart gebracht. Ook hierbij wordt gebruik gemaakt van luchtfoto’s. “In de afgelopen periode is, mede door corona, de recreatiedruk toegenomen”, vertelt Luberto. “Als je de luchtfoto’s van meerdere jaargangen naast elkaar legt, kun je goed zien wat het effect daarvan is. Bijvoorbeeld dat de paden op de heide breder zijn geworden omdat er meer gewandeld wordt en met meer mensen naast elkaar.”

En de effecten van klimaatverandering? Luberto: “Dan moet je misschien denken aan vergrassing van heide, of meer bosgroei in open gebieden. De foto’s zijn een momentopname, dus daarop zie je nog niet hoe de ontwikkeling over een jaar is geweest. Maar als een heel naaldbos dood gaat omdat het jaren heel droog is geweest, kun je dat natuurlijk wel vaststellen. Het met behulp van luchtfoto’s in kaart brengen van de gezondheid en vitaliteit van een bos is trouwens wel iets waar we aan werken. Soms doen we wel eens wat vingeroefeningen met satellietbeelden, maar we hebben nog geen goed proces om op basis van luchtfoto’s bijvoorbeeld zieke bomen te identificeren.”

Tenslotte gebruikt Staatsbosbeheer de luchtfoto’s in folders en brochures en op wandkaarten en informatiepanelen. Want het is ook gewoon leuk om in bezoekerscentra te laten zien hoe een terrein eruit ziet.

Samenwerkingsproject Beeldmateriaal Nederland

In 2000 kreeg Staatsbosbeheer voor het eerst de beschikking over landsdekkend digitaal beeldmateriaal. Sindsdien zijn geleidelijk de grote boeken waarin je door vele pagina’s met luchtopnamen van Nederland kon bladeren, vervangen door handige applicaties en geavanceerde systemen. Maar de samenwerking met andere overheidsorganisaties om kwalitatief hoogwaardig beeldmateriaal te verkrijgen bleef. Dit kreeg in 2011 een nieuwe vorm in het samenwerkingsproject Beeldmateriaal Nederland.

Luberto zit namens Staatsbosbeheer in de stuurgroep. “We nemen dus niet alleen luchtfoto’s af, maar we participeren ook in het project”, vertelt hij. “In de stuurgroep bespreken we hoe we de volgende aanbesteding gaan doen, welke verdeelsleutel we hanteren voor de kosten, maar ook de specificaties van het materiaal.”
De daarvoor benodigde informatie haalt hij op bij Gerard,  die zorgt voor de inventarisatie van de informatiebehoefte bij de medewerkers, de beschikbaarheid van de webservices en de communicatie over nieuwe jaargangen van beeldmateriaal. “Wat ik heel mooi vind van dit samenwerkingsverband is dat er een echte vernieuwingsdrang in zit”, zegt Gerard. “De uitbreiding van het aantal samenwerkende partijen, de zorg voor minder vliegbewegingen en de beperking van de CO2-uitstoot door meerdere foto- en kaartsoorten in één vlucht te combineren, daar word ik heel enthousiast van!”

Meer weten over Beeldmateriaal Nederland?

Neem contact op met Erik Nobbe (programmamanager hWh) en Jeroen Leusink (technisch manager) via info@beeldmateriaal.nl.